NRK Recycling heeft het ‘protocol voor recyclingbedrijven om handelingen voor nuttige toepassing zoals beschreven onder R3 (recycling) en einde afval voor kunststoffen te onderbouwen’ opgesteld. Het protocol beschrijft op welke wijze recyclingbedrijven kunnen aantonen dat kunststof afvalstromen voldoen aan de eisen van R3 (recycling) en het gerecyclede product voldoet aan de eisen met betrekking tot einde-afval voor kunststoffen. Met de ILT, ondersteund door Rijkswaterstaat, heeft overleg plaatsgevonden over de mogelijke uitwerking van het protocol door NRK Recycling.
Voor recyclebedrijven is van het groot belang dat het gerecyclede product de ‘einde afvalstatus’ krijgt. Hierdoor wordt de inzet van gerecycled materiaal veel eenvoudiger. Een van de kernpunten van de wetgeving is het voorkomen van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) in het gereed product. Indien de ZZS-grenzen, zoals onder andere opgenomen in de EU verordeningen REACH en POP worden overschreden, is het in de handel brengen van het gerecycled materiaal, verboden.
Meting van ZZS is dus een belangrijk onderdeel van het protocol. Recyclingbedrijven moeten een risicobeoordeling maken in hoeverre ZZS in een afvalstroom en in het gereed product kan voorkomen op basis van aard, samenstelling en herkomst. Recyclebedrijven moeten onderbouwen hoe en wanneer zij de verschillende afvalstromen op ZZS analyseren.
Met de IL&T is afgesproken dat, teneinde te zorgen dat de recycler inzicht en overzicht krijgt in de stromen, de recycler periodiek in combinatie of aan de inputkant (na sortering) of bij het gereed product zal meten. Op beide punten meten mag ook uiteraard. Ter verduidelijking: het gaat erom dat de recycler een periode de inputkant en vervolgens een periode het gereed product of andersom meet. De frequentie van meten is de verantwoordelijkheid van het bedrijf. Op basis van risicobeoordeling en historische meetresultaten kan door het bedrijf beter worden onderbouwd hoe de verwachting is t.a.v. de samenstelling van input en gereed product.
Daarbij kan de recycler gebruik maken van de door Plastics Recyclers Europe (PRE) ontwikkelde PRE 1000-2 standaard. Via een XRF-analyse en op basis van literatuuronderzoek, wordt via de PRE-tool beoordeeld voor welke ZZS aangenomen kan worden dat er geen ZZS boven de limiet aanwezig is. Indien de aanwezigheid van een of meerdere ZZS niet uitgesloten kan worden, dient er nader onderzoek te worden gedaan door bijvoorbeeld gebruik te maken van een extern laboratorium.
Het protocol kent verder eisen die worden gesteld aan het bedrijf en de bedrijfsvoering. Ook moet het recyclebedrijf beschikken over een kwaliteitsborgingsysteem, zodat te allen tijde aangetoond kan worden welke afvalstromen zijn ontvangen, welke afvalstromen zijn gekeurd en wat daarvan de uitslag was, hoe de afvalstromen zijn verwerkt, of én hoe het gerecycled materiaal is gekeurd en aan wie het gerecycled materiaal is verkocht.
Het protocol voor recyclingbedrijven om handelingen voor nuttige toepassing zoals beschreven onder R3 (recycling) en einde afval voor kunststoffen te onderbouwen, is bij NRK Recycling te verkrijgen en komt binnenkort op de website van NRK Recycling.
Meer informatie via e-mail: recycling@nrkrecycling.nl en www.nrkrecycling.nl.