De bedrijvigheid in de Nederlandse industrie neemt verder af. De Nevi Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie is in september opnieuw gedaald, van 45.9 naar 43.6, de laagste score sinds mei 2020. De situatie is niet zo ernstig als aan het begin van de pandemie, toen toeleveringsketens stil vielen, maar het is duidelijk dat de malaise in de industrie voortduurt.
De productie, het aantal nieuwe orders en het aantal openstaande orders dalen in hoog tempo. De bedrijvigheid neemt gestaag af. Ook de afzetprijzen dalen weer, in hoog tempo bovendien. Deels komt dat doordat bedrijven dalende energie- en materiaalprijzen doorgeven aan hun afnemers. De concurrentie neemt ook toe, wat een extra reden voor sommige ondernemingen is om hun prijzen te verlagen.
Het verkrappende monetaire beleid van de centrale banken heeft grote invloed op de industrie. De hogere rentetarieven maken de financiering van zowel halffabricaten als van kapitaalgoederen zoals machines en transportmiddelen duurder. De hoge inflatie en hoge rente leiden tot vertraging van de economische groei, met als gevolg een sterke afname van de vraag naar industriële producten. Door de zwakke vraag zijn ook de prijzen aan het dalen. De hogere rente op de kapitaalmarkt en de hogere beleidsrente lijken dus duidelijk vat te krijgen op de prijzen van industriële goederen.
Ondernemingen snijden in kosten
Veel ondernemingen snijden in de kosten. Nog steeds teren bedrijven in op hun voorraden grondstoffen en halffabricaten om liquiditeit vrij te spelen, al nemen door de zwakke vraag de voorraden gereed-product wat toe. In september hebben ondernemingen de inkoop van grondstoffen en halffabricaten verder teruggeschroefd. Opvallend is dat een aanzienlijk deel van de bedrijven snijdt in het aantal banen. Veel ondernemingen verlengen tijdelijke contracten niet. Dat is opvallend, want vanwege de krappe arbeidsmarkt laten werkgevers hun personeel niet zomaar gaan. Vermoedelijk zijn de meeste ondernemers pessimistisch over de komende maanden. Dat sluit aan bij onze indruk uit gesprekken met ondernemers. De malaise komt op een slecht moment, omdat de loonkosten sterk stijgen door de snelle stijging van het minimumloon en de cao-lonen.
Ook ABN Amro verwacht voorlopig nog geen sterk herstel van de vraag naar industriële producten. Daarvoor moet eerst de inflatie worden beteugeld en de rente worden verlaagd. ABN Amro verwacht dat de productie van de Nederlandse industrie dit jaar daalt met 7,5 procent. Naar verwachting kan de vraag pas volgend jaar geleidelijk herstellen.
BRON: Nevi. Redactioneel commentaar van Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN Amro