Door het achterblijven van de vraag – met steeds lagere prijzen als gevolg – hebben aanbieders gekozen voor gedeeltelijke stillegging van de productie. Zeker in Europa is slechts 60 – 70% van de capaciteit benut. Dat geldt niet alleen voor polymeren, maar ook voorproducten als nafta en monomeren zijn bewust geknepen. De markt is verzadigd, invoer van materialen op lagere marktprijzen is daar debet aan. Europese producenten zien kosten stijgen, maar opbrengsten dalen. Liever om die reden deels fabrieken stilleggen en daarnaast proberen strategisch voor een soort van schaarste te zorgen. In polymeren waarin styreen als basisgrondstof wordt ingezet krijgen de producenten onverwacht nu al gelijk – straks meer daarover. 

Zijn we armer geworden?

Ondanks spectaculaire groeicijfers van de wereldbevolking, met name in landen waar het economisch niet goed mee gaat, is de vraag naar goedkope plastic producten niet toegenomen. Armoede is waarschijnlijk de reden dat er geen geld is om nieuwe of zelfs gebruikte plastic zakken, jerrycans of dikkere folies te kunnen kopen. Juist die meestal goedkope plastic gebruiksartikelen zou voor de groei van de wereldvraag van polymeren moeten hebben gezorgd. Of denkt u dat in die andere Aziatische en Afrikaanse landen merkbaar is dat men meegaat met ‘onze’ ideeën zoveel mogelijk plastics te verbannen, te verbieden of te belasten? Ik dacht het niet, ze hebben wel wat anders aan hun hoofd. Overleven, dat is het allerbelangrijkste doel. De conclusie lijkt eenvoudig: Heb je geen geld, verdien je weinig of niets, dan kun je ook niet voor groei in een markt zorgen. Volgens cijfers van de Verenigde Naties verkeert bijna de helft van de wereldbevolking in armoede, waaronder 1 miljard kinderen. In uitzichtloze armoede zijn mensen wanneer die minder dan US$ 1,25 per dag aan mogelijke inkomsten hebben. Dit aantal wordt op 800 miljoen mensen geschat. Bijna 3 miljard mensen verdient minder dan US$ 2,00 per dag, maar kunnen zich redden. Achter zulke cijfers schuilt het leed. 

Terug naar de markt, die het spoor een beetje bijster is. In Europa komt de klap van minder economische groei hard aan. Het lijkt dat het Verre Oosten en China zich sneller herstellen van de malaise dan het Westen; op het eerste oog mede het gevolg van een minder grote invloed van aanzienlijk stijgende energiekosten in Europa. De kostprijs om gangbare polymeren te produceren en te leveren is in Europa minstens 20% hoger – wellicht nog meer – dan in andere continenten. Bovendien is de behoefte van ‘exotische’ producenten aan US-dollars van invloed en wordt export niet alleen via rekenmodellen gestimuleerd. De nu klagende Europese managers die nog niet zo lang geleden de hoogste marges ooit in de boeken hebben kunnen bijschrijven moeten zich wel aanpassen. De strategie van het kort houden van zowel voorraden als nieuwe productie en exporteren op verliesgevende prijzen is daarbij geen wereldvreemde gedachte. Het uiteindelijke doel: winstoptimalisatie op een zo kort mogelijke termijn en dan zijn offers incidenteel wel eens bijdragend aan een plotseling ontstane schaarste, waardoor de prijs omhoog schiet.