Het verschil in marketing en prijsvorming van polymeren in de wereld is opvallend. China en andere landen in Oost-Azië hebben verreweg het meeste geld gestoken in uitbreiding van de productiecapaciteit. Het snel terugverdienen van de investeringen lijkt geen eerste prioriteit. Eerder is aannemelijk dat de wens om minder afhankelijk van andere landen te worden nog steeds een belangrijke rol speelt. De wil om over een eigen industrie te beschikken die eerst de eigen vraag dekt. Daarna buitenlands geld verdienen door flink mee te doen als potentiële leverancier in de rest van de wereld. Saoedi Arabië en enige emiraten in het Midden-Oosten zijn al langere tijd samenwerkingen aangegaan met westerse multinationals. Zij volgen een strakke $-lijn met een voorkeur voor de hoogst mogelijke marge. Geïntegreerd in Europa wordt materiaal van Midden-Oosten oorsprong gewisseld en wordt geprofiteerd van hogere prijzen in Europa. De markt in de VS is minder vrij dan gedacht: het binnenland betaalt voor alle grondstoffen aanzienlijk hogere prijzen dan het volume dat de laatste jaren wordt geëxporteerd. Buur-landen van de VS en landen in Midden- en Zuid Amerika waren in het verleden afnemers van volumes die voor export bestemd waren. Nu is Europa in trek, ook al omdat wij afhankelijk zijn geworden van invoer.
Al deze markten hebben dezelfde materialen in de aanbieding, met verschillende kostprijzen. Het Midden-Oosten heeft de laagste kostprijs, Europa de hoogste. De prijs waarvoor verkocht wordt houdt in Azië puur rekening met beschikbare lagere prijzen van tal van benodigde grondstoffen die met subsidie op energiekosten op een lage kostprijs uit kunnen komen. Een niet al te hoge marge bijgeteld en hup: je zit zomaar 30 tot 50% onder een West-Europese prijs voor eenzelfde grondstof, maar dan van een gekende Europese producent. Bovendien, als koper in Europa profiteer je van een uit zijn vel gegroeide en zwaar door de politiek beïnvloede WTO – de Wereld Handels Organisatie – die je in staat stelt geen of weinig invoerrechten te betalen. Het ‘ontwikkelingsland’ mag zijn goederen verkopen zonder invoerrechten op te laten leggen door het land waar de invoer plaatsvindt, dus de koper krijgt het na inklaring zonder invoerrechten in zijn magazijn. Prima. Het werkt als een drug in een nog kleine, maar wel wakkere markt, terwijl het toestaat dat het ondermijnend is voor producenten met een betrouwbaar etiket in onze regio.
Jarenlang is geprofiteerd van dat almachtig imago. Vooral Duitse en Zwitserse leveranciers konden hun prijs vragen. Juist de prijzen van voorgeschreven types en materialen stonden vast, maakten elke onderhandeling zinloos. Maar die tijden zijn voorbij. Vandaag de dag wordt onze markt bestookt met spotprijzen die er niet om liegen. We verliezen terrein, de prijsslag met anders opgevoede ‘exoten’ leidt tot verlies. De confrontatie met markten zet door. Europa blijft de magneet voor andere werelddelen. Wij zijn als een grote bos geurende bloemen, die kleurrijke vlinders aantrekt om een lekkere portie nectar te halen. Pas maar op, er zitten ook wel eens stekende insecten bij, die af en toe pijnlijk kunnen toeslaan.
Het roer naar bakboord
We schrijven maart 2024. Afgelopen maand werd er door politieke Islambroeders van Gaza – de Houthie’s – met drones en raketten geschoten op schepen die flinke volumes kunststoffen richting Europa aan boord hadden. Het roer moest letterlijk naar bakboord om op de motor het Suezkanaal te kunnen omzeilen. Paniek, want de levertijden werden ineens een paar weken verlengd. De ziel-togende polymerenmarkt greep zijn kans. Als door een wesp gestoken verhoogden vrijwel alle producenten hun prijzen. ‘Ah, u wilt over een paar dagen graag een paar wagens van dit of dat? Tja, helaas, we kunnen deze maand geen opdrachten meer aannemen, we zijn uitverkocht… Misschien begin volgende maand? Nee? U kunt niet wachten, tja, weet u, ik ga u terugbellen mocht ik nog een gaatje vinden. Maar ik kan u helaas niets beloven’. Een bekend verhaal, waardoor binnen één maand de prijzen van de meeste grondstoffen met 20 tot 30 eurocent/kg konden stijgen. Nee, inderdaad, soms viel het nog wel mee, zoals bij PVC en PET, maar niet bij LDPE, de medailledrager binnen de polymeren die de bewegingsleer van prijsvorming door de jaren heen voorbeeldig heeft toegepast. En polystyreen dan, ineens de uitzondering op de regel, PS heeft de hoogste verhoging binnen twee maanden gerealiseerd. Dit oudere polymeer is de laatste jaren trouwens helemaal de weg kwijt. Het kan vriezen of dooien, de doorrekening van het maandelijkse verschil in de notering van het monomeer naar de polymeerprijs is weinig elegant, maar lijkt bijna structureel afhankelijk te zijn van storingen in ons land bij de productie van styreen (SM). Verwerkers van PS kunnen al enige jaren geen vaste prijzen afgeven voor hun producten. Nogal logisch: soms is ABS goedkoper dan slagvast PS. Het kan verkeren.
De heer Ratcliffe
De verliezen in 2023 van een aantal producenten lopen in de honderden miljoenen euro’s. Een aanzienlijk lagere omzet van BASF in 2023 van hun ‘Materials’-poot leidt tot het afstoten van investeringen in China. In de verslaglegging van jaarcijfers wordt zowel de verminderde vraag als de hoge energierekening in Europa genoemd als oorzaken van de verliezen. Bij Versalis zijn de oudere installaties in Porto Marghera en Duinkerken storingsgevoelig en lijken in de nabije toekomst te moeten worden gesloten. Sluiten dus, en niet verkopen aan Ineos die met heer Ratcliffe aan het roer al genoeg geld verdiend heeft door voor een zacht prijsje oudere polymeerfabrieken op te kopen van bedrijven die niet zo erg strategisch besloten afscheid te nemen van deze fabrieken. Meer aanzien – imago – van aandeelhouders was het doel, door minder risico te lopen om onderwerp van discussie te worden als milieuvervuiler. De heer Ratcliffe is nu de allerrijkste man van het Verenigd Koninkrijk die in de kaarten kon kijken van commercieel onhandige mannen of vrouwen die de polymeerfabrieken in Europa zo snel mogelijk van de hand moesten doen. Sommigen hebben zelfs de benen genomen uit ons land. Shame and scandle.
PE, PVC en PP
Grondstoffen als PE, PVC en PP kenden weliswaar ook een tegenvallende vraag, maar de beschikbaarheid ervan werd hierop afgestemd, waardoor het aanbod binnen de perken bleef en de prijzen op een bepaalde manier een nog aanvaardbaar niveau konden handhaven. Hogere kosten van energie en logistiek hebben de marges wel flink onder druk gezet. Er waren wat trucs van volle orderboeken en lange levertijden nodig om die lastige prijsdruk de baas te kunnen blijven.
De beperking van de productie was een begrijpelijke zet die tot een balans in vraag en aanbod zou moeten leiden. Maar het resultaat was eigenlijk teleurstellend, om niet te zeggen pijnlijk. Kennelijk kwakkelt de economie nog steeds en is de vraag nog lang niet hersteld. De strategie was wel veelbelovend, maar in eerste instantie leidde het tot lagere prijsniveaus met zelfs verdere uitschieters naar beneden wanneer silo’s bij een aantal producenten overvol bleken en volume moest worden geruimd. Het bood kansen bij een aantal verwerkers en handelaren om op een vriendenprijs zaken te doen. Ineens is dat is nu wel achter de rug, maar de markt blijft maar te rustig, er zit echt geen schot in.
Oude waarden
Je zou dus kunnen stellen dat oude waarden van de markt terugkomen. Gewoon, bij een groot aanbod dalen de prijzen en omgekeerd als er meer vraag is, dan stijgt de prijs. Oude koek zou je zeggen, maar binnen welk kader, wat is die markt dan wel of niet en in welk perspectief moet een markt worden gedefinieerd? Hou toch op, de markt is nu niet veel meer dan een speelbal geworden van externe factoren, waarbij oorlog en vrede, politiek, OPEC, financiële grootmachten en lastige logistieke problemen de rol van vraag en aanbod hebben overgenomen. Moeilijke vragen stellen levert geen antwoorden op, dus doen wij maar gewoon en rapporteren we een aantal ons bekende feiten, zodat u en wij het enigszins hopen te begrijpen. We leggen u een mogelijke schets voor, hopend dat u wilt meedenken. Ons afvragend wat voor invloed ons komend kabinet op onze markt kan hebben. Onze Rijksoverheid komt zoveel geld tekort dat er heel weinig ruimte is om aan alle wensen te kunnen voldoen. Adviesorganisaties en planbureaus maken rapporten van links- of rechtsgestuurde experts, ook van plastics. Vaak hebben ze geen verstand van de materie of de markt, maar ze hebben leren tellen en… hup, belastingen gaan we heffen op al die wegwaaiende plastic verpakkingen in het bos! Let op, Den Haag, ons land kent al een surplus aan heffingen, belastingen en gebruiksbeperkingen van plastic verpakkingen, je wordt er gek van, het is een vijandige aanval op plastics. De vraag is of er na al die jaren van haat ook nog resultaat is geboekt? Ja, er is flink wat schade opgelopen bij de producenten van plastic verpakkingen. Als ondernemer is het jammer dat je recent nog hebt geïnvesteerd in je geavanceerde snelle seal-apparatuur. Die nieuwe, snelle techniek leek een redelijk rendement op te leveren. Mede de door de politiek gesteunde aangetaste meningsvorming staat een bestendig gebruik van plastic verpakkingen onder absurde druk. Hier en daar een positief geluid, omdat er echt geen alternatief te bedenken is. Maar helaas is het woord plastics synoniem geworden aan een soort van spul waar een gevaarlijke viezigheid in zit en dat zeker niet goed is voor je gezondheid. Het is niet eens meer van belang vanuit welke hoek – linksom of rechtsom – het zover is gekomen, maar we moeten er kennelijk mee leven. Nou, nee dus. Wie is hier een beetje – of echt een heleboel – verward? Of misschien niet goed geïnformeerd?
Producten van moeder aarde
Aardolie is voor de chemie van levensbelang. Het splitsen van kostbare soorten leidt tot tussenproducten (monomeren) die weer als grondstof worden ingezet voor bijvoorbeeld plastics, maar ook van asfalt, dakbedekking en dijken. Fossiele aardolie is net als andere delfstoffen (zand, grind, kalk, talk, ertsen, zout, mergel en andere stoffen een product van Moeder Aarde, dat na miljoenen jaren van opslag voor mens, plant en dier nogmaals gratis ter beschikking wordt gesteld. Waarom aardolie en aardgas nu in zijn totaliteit verbannen moet worden is kortzichtig en een dramatische voorstelling van zaken. Wanneer het zo duidelijk is dat wanneer je deze stoffen verbrandt dit ons een groot klimaatprobleem oplevert, nou ja, doe er iets aan, zou je zeggen. Maar blijf af van de nuttige inzet in de chemie van deze kostbare grondstof, dat moet net zo duidelijk zijn als 1 + 1 = 2. ‘Oh ja, joh, nou, kijk maar eens of je er een politieke meerderheid mee kan krijgen, misschien lukt het, maar ik geef je niet veel kans.’
Kijk, daar houden we niet van. Zelfs met een klinkklaar verhaal en een kreet om een keertje echt te luisteren, zitten die oren verstopt, zowel in Brussel als Den Haag. Zet ze maar onder de douche, een warme straal richting het trommelvlies, en wie weet, horen ze iets waar ze nog niet aan toe waren gekomen. Ooit is in een bioscoopfilm een grappig zinnetje uitgesproken. ‘Plastic? Fantastic!’ Het statement van de vorige eeuw, het is nog waar ook.
Geflirt met elektriciteit
Wat we wel rond ons zien gebeuren is helaas niet in lijn met de wens – laat staan met eerder gedane politieke beloftes – dat het beter zal gaan in de toekomst. Als er één onbenullig geloof is dat onze energiebehoefte moet komen uit hybride of diep in de aarde liggende warmtebronnen, wind- of zonne-energie, nou ja, het helpt een beetje, maar het is plakken en lijmen, en niemand wordt er vrolijker van, noch aan land, laat staan aan de kust. Die mensen die daar wonen hebben toch al te maken met het gevaar van een aantal meters hoger zeeniveau door het warmer wordende klimaat, dus die ga je niet blij maken met een dooie mus, laat staan een zeemeeuw.
Stop het geflirt met elektriciteit. Zorg eerst dat het net weer stroom kan leveren en opnemen. Doe wat aan al eerder in Trends genoemde thema’s als de bouw van vier kernfusie- of splitsingcentrales, bij voorkeur centrales die minder radio-activiteit opleveren, zoals nu drie ervan in China al in de bouwfase zijn beland. Het ontzettend lelijke windmolenpark in zee of langs de rijkswegen, hou er mee op. Waarom wordt het alternatief – met een eeuwige zekerheid van leveren – van eb en vloed in zeeën en fjorden niet grondiger bekeken? Te duur? Bijna niet te begrijpen.
Op vijfhonderd tot duizend kilometer van onze grenzen zijn in Wales en Noorwegen verschillen tussen het zeewaterniveau bij eb en vloed van meer dan tien meter, twee keer in een etmaal. Heen en weer, als een klok. Een gratis perpetuum mobile als gigantische bron van energie. Kleinschalig in Zeeland al in werking, maar in overleg met andere landen ook voor ons land een veel betrouwbaarder alternatief dan wachten op een zuchtje wind. Nee, niet te hard, want dan dreigen die wieken schade op te lopen. En over dertig tot veertig jaar vallen ze om. Waarschijnlijk, nee, niet zeker, want in een verbeterde combinatie van kunststof (sic) met supersterke carbonvezel kunnen ze wat langer tegen een stootje. Niettemin, het huidige beleid volgt een volkse wijsheid: ‘Hoop doet Leven’, waarbij ‘Op Hoog van Zegen’ prima past. Het optimisme straalt er naïef van af. Water is toch onze vriend en tegelijkertijd onze vijand? Daar moeten we als Lagelanden-mensen mee om kunnen gaan!
Natuurlijk, het gaat nogal wat centen kosten, maar de garantie voor de toekomst is gegeven, voor zover de aantrekkingskrachten van maan en zon voor de aarde blijven zorgen. Dat lijkt wel aardig in kaart te brengen en is de allerbeste bron van energie.
Hebberigheid
En dan is er ten slotte ook nog een kunststoffenmarkt, die inspiratie put uit het schieten op vrachtschepen in de buurt van Bab el Mandeb, op weg naar het Suezkanaal. De prijzen zijn, sinds Iraanse raketten duidelijk maakten geen vrienden van Israël te zijn, gestegen. Het is al gemeld, de levertijd van materialen van Aziatische oorsprong moest met een aantal weken verlengd worden, en dus kwam de lokale markt in verwarring. Het koortsachtig zoeken naar volumes werd beloond met fikse prijsverhogingen. De hebberigheid, de plotselinge toename van orders, het sluiten van de orderboeken van producenten, aha, zie je wel, die prijs kan stukken omhoog. Eindelijk, feitelijk een drogreden, maar toch ook een zeer welkome, om de druk omlaag tot staan te brengen. Prijzen waren zelfs even niet belangrijk, de strijd om materialen op tijd binnen te krijgen, dat was de kwestie. En die werd met een glimlach opgelost door de bijna gelukkig wordende lokale producenten in Europa. Een God’s gift. Nog bedankt, Houthi’s. We weten ook dat het maar tijdelijk is, maar toch…
China wordt koploper
Niemand beseft nog dat we in de komende zes jaar nog te maken krijgen met China. Dat land dat gelooft in plastics. En dat is geen oude Chinese wijsheid, dat is van deze tijd. Ze hebben beter begrepen dan onze bestuurders dat die grondstof niet roest, niet verrot, licht is en metalen kan vervangen. Dat wisten wij ook al, ja, maar wij mochten een geestelijke opdonder incasseren van activistische kleine groepen in onze samenleving die gek genoeg de dienst in dit land ook nog kunnen uitmaken. Langzamerhand mag je jezelf de vraag stellen wie de regie nog heeft, en wie wijsheid koppelt aan nuchterheid. Met beide benen op de grond, alstublieft.
Er zijn cijfers bekendgemaakt over de productiecapaciteiten van polymeren in 2029. Je schrikt als je naar die cijfers kijkt. Daar wordt – misschien wel onterecht – weinig rekening gehouden met plussen of minnen bij ‘milieu of klimaat’-invloeden, een kille planmatige, maar misschien ook wel een realistische blik op de beoordeling in hoeverre kunststoffen bijdragen aan het geluk van mensen. Dat zou zomaar kunnen.
China wordt in 2029 met afstand koploper in de wereld als het gaat om het volume aan plastic grondstoffen. 213 Miljoen ton per jaar (jato) productiecapaciteit, gevolgd door de Verenigde Staten met 61 miljoen jato, Europa kan nog net aanhaken met 50 miljoen jato, maar ziet India opkomen met 47 miljoen jato. Het enige werelddeel dat niet is meegegaan met de groei is Europa. Ja, we blijven, net als in 2019 op 50 miljoen jato staan. En dus gaan grote containerschepen leeg terug naar China – wie weet met goedkope ballast – om ons van kunststof grondstoffen in de komende jaren te voorzien. Ik zou maar eens een snelcursus Chinees gaan volgen.
Ga maar lekker slapen, hoor, Europa, Belg of Nederlander, zoek het maar uit met de problematiek van de dag, repareer waar mogelijk, lijm een breuk, doe goed voor je mensen, het gevaar is dichtbij. Door die in het nauw gebrachte heer Poetin. Die blijft het nogal spannend houden in onze op vijandschap verworden wereld. Hoop doet leven.
Toelichting op de ‘prijzen’ van kunststoffen
In de tabel vindt u richtprijzen van kunststof grondstofsoorten, verdeeld in gangbare en enige meer technische soorten.
Deze publicatie is zo recent mogelijk opgesteld, echter, de prijzen zijn volatiel, sterk afhankelijk van externe factoren en uiteraard van vraag en aanbod. De invloed van wereldwijde politieke spanningen, het verloop van wisselkoersen en de periodieke noteringen van aardolie en volgproducten zijn groot.
De prijzen zijn richtprijzen, een gemiddelde tussen contractprijzen en spotprijzen, waarbij de meer in beweging zijnde spotmarkt de meeste aandacht krijgt. Er kunnen geen andere dan informatieve waarden aan worden toegekend. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
Gangbare grondstoffen worden genoteerd op basis van ‘franco huis geleverd’ FDDP van hoeveelheden vanaf 20.000 kilo per keer. De prijs van technische kunststoffen wordt per levering van 5 ton aangegeven. Toeslagen voor levering van minder dan de genoemde volumes – via distributeurs – zijn van € 0,10 tot € 0,75 per kg, sterk afhankelijk van het volume. Nog hogere toeslagen bij technische kunststoffen – in kleine volumes – worden berekend voor materialen van Europese oorsprong. De prijzen die voor importmateriaal worden overeengekomen zijn aan een levertijd gebonden en in dat opzicht niet in overeenstemming met de actuele markt.
Publicatie of doorzending van deze cijfers is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de uitgever van dit magazine.