Bio-economie is een economisch concept. De kern van het idee is het gebruik van biologische hulpbronnen en biotechnologische processen voor de productie van voedsel, energie, materialen en chemicaliën. Dit omvat het duurzame gebruik van biomassa om milieuvriendelijke en hernieuwbare producten of diensten te produceren. Een bekend en al wijdverbreid voorbeeld zijn biogasinstallaties die landbouwafval gebruiken om energie op te wekken. Kortom, de bio-economie heeft tot doel economische groei verenigbaar te maken met ecologische duurzaamheid.
Implementatie in een industriële testomgeving ontbreekt vaak
Veel nieuwe, innovatieve en veelbelovende processen en ideeën zijn de afgelopen jaren al gegenereerd. Tot nu toe zijn velen van hen echter niet verder gegaan dan laboratoriumschaal. De bio-economische ontwikkelingen vanuit de onderzoekscentra vinden nog te weinig hun weg naar de industriële productie. Vaak ontbreekt het nog aan implementatie in een industriële testomgeving om opschaling naar industriële productie mogelijk te maken en bereidheid tot investering te creëren.
BMWK steunt het project
Een nieuw netwerk met meer dan 20 spelers uit verschillende voorbeeldregio’s van de industriële bio-economie moet hier nu verandering in brengen. In het landelijke TransBIB-financieringsproject worden deze voorbeeldregio’s van de industriële bio-economie met elkaar verbonden en bundelen zo expertise op het gebied van onderzoek, industrie en politiek om schaalbare bio-economische technologieën sneller “bottom-up” toegankelijk te maken voor de industrie. TransBIB vormt het nationale kader voor het versnellen van de bio-economie en bevordert actief de samenwerking met de ministeries die verantwoordelijk zijn voor de bio-economie, waaronder de Raad voor de Bio-economie van de federale overheid en het Dialoogplatform voor de industriële bio-economie. Het project wordt gefinancierd door het federale ministerie van Economische Zaken en Klimaatbescherming (BMWK) met 5,6 miljoen euro. Ook de SKZ is nauw betrokken bij dit netwerk. Verschillende afdelingen van het Würzburg-instituut zijn actief in het netwerk.
Steun voor bedrijven in verschillende sectoren
Om de bio-economie echt te laten werken in de zin van een circulaire economie, is sectoroverschrijdend en zelfs industrieoverschrijdend denken nodig. Daarom kiest het netwerk voor een totaalaanpak en wil het bedrijven uit verschillende sectoren ondersteunen, zoals hout, chemie, voeding en nog veel meer. Met name het economische aspect moet ook in TransBIB tot het einde worden doordacht. Een groot deel van het project gaat dan ook over de grote economische betekenis van productcertificaten.
Klanten vaak onrustig door greenwashing-incidenten
Met name kleine en middelgrote bedrijven is het vaak moeilijk om duurzamere producten op de markt te brengen. Aan de ene kant is de hogere duurzaamheid van een product niet direct duidelijk voor de koper, en aan de andere kant worden met name eindklanten onrustig door veel greenwashing-incidenten. De oplossing zijn neutrale certificeringssystemen die het milieuvriendelijke gebruik van hulpbronnen en productiemethoden bevestigen. “Helaas is er een waar oerwoud aan certificeringssystemen. Voor traditionele KMO’s is het bijna onmogelijk om dit bij te houden. Bovendien is certificering relatief omvangrijk en complex. Over het algemeen vergt het communiceren van duurzame productkenmerken aan de klant veel moeite en wordt het daarom met name door kleinere bedrijven nauwelijks gebruikt, of alleen als er directe druk is van klanten of consumenten”, legt Sophia Botsch, wetenschapper op de afdeling Duurzaamheid en Circulaire Economie bij SKZ, uit.
Consumenten hebben behoefte aan “zekerheid over de duurzaamheid van producten”
Dit is precies waar het project met de afdeling Duurzaamheid van SKZ om de hoek komt kijken, om de certificering van biobased producten te vereenvoudigen. TransBIB wil een informatieplatform ontwikkelen dat getroffen bedrijven de weg wijst naar de juiste certificering. “Een extra uitdaging hier zijn de brancheoverstijgende materiaalstromen, die vaak onder totaal verschillende certificeringen vallen. Die vele raakvlakken moeten gereguleerd worden om bedrijven uiteindelijk te voorzien van nuttig, kosteneffectief en eenvoudig bewijs en zo consumenten zekerheid te geven over de duurzaamheid van producten”, aldus Botsch.
Om hier vooruitgang te boeken, brengt de SKZ de verschillende belanghebbenden uit alle sectoren samen. Hierbij zijn de aanbieders betrokken (certificeringssystemen), de controlerende spelers (auditors, inspecteurs), gebruikers van de certificaten (verwerkende KMO’s in de B2B- en B2C-sectoren, primaire producenten, bedrijven uit de circulaire economie) en sociale vertegenwoordigers (bv. NABU met zijn bio-economische factoren). Een reeks gratis workshops zal verschillende onderwerpen behandelen. Om optimaal tegemoet te komen aan de zorgen van alle betrokken partijen, organiseert de SKZ de eerste online workshop over het thema “Certificering van biogebaseerde producten” op donderdag 26 september 2024, van 13 tot 15 uur.