De Vries, managing partner van STEM Industrial Marketing Community (STEM-imc), verzorgt opleidingen en korte workshops voor ondernemers die hun bedrijf ‘fit for the future’ willen maken. Werken aan de toekomstbestendigheid van de onderneming is een cruciale opgave in deze tijden van enorme veranderingen. Het is ook een opgave die sterk samenhangt met de ontwikkeling van een visie voor de lange termijn. ‘2030 lijkt misschien ver weg. Maar het is eigenlijk heel dichtbij’, zegt De Vries. ‘Toch hoor ik veel ondernemers zeggen dat zij onmogelijk verder kunnen kijken dan maximaal twaalf maanden.’

Wat is daarvan het risico?

‘Op basis van onderzoek van STEM-imc samen met de Universiteit Twente weten we dat bedrijven die de horizon verder leggen, uiteindelijk toekomstbestendiger zijn. Strategisch vooruit kijken helpt om je bedrijf goed op de ontwikkelingen voor te bereiden. En dat helpt weer om je concurrentiepositie over een langere termijn op peil te houden. Ontbreekt het aan een toekomstvisie, dan kan een bedrijf op den duur zijn concurrentiekracht verliezen. Het presteert dan gewoon minder dan de concullega’s. Als gevolg daarvan kan de ondernemer zelf minder goed bepalen welke positie deze in de markt wil innemen. Daarmee hangt voor een deel de prijssetting en dus ook de marge samen. In een downturn-situatie krijgt een bedrijf dat niet goed op de toekomst is voorbereid waarschijnlijk als eerste klappen.’

Wat is de belangrijkste vraag die de ondernemer zich zou moeten stellen?

‘Vaak hoor je mensen zeggen: bepaal waar je over vijf jaar wilt staan. Het gaat wat mij betreft meer om de vraag: wie wil je zijn? En hoe wil je dat je klanten naar je kijken? Wil je alleen maar een productiebedrijf zijn dat vandaag produceert voor morgen? Of wil je een bedrijf zijn dat voorop loopt in circulariteit en duurzaamheid en zijn klanten vroegtijdig bij de ontwikkelingen betrekt? Dat laatste vereist proactief en innovatief ondernemerschap, met de blik gericht op de toekomstige behoeften in de markt. Dat is dus iets heel anders dan klanten confronteren met de wettelijke vereisten, op het moment dat die van kracht worden.’