Streven naar volledig circulaire economie in 2050
De productie en het gebruik van plastic verpakkingen dragen bij aan klimaatverandering, vervuiling en het verlies van biodiversiteit. De Nederlandse overheid streeft er daarom naar om tegen 2050 alle plastic verpakkingen te maken van gerecycled materiaal en hernieuwbare grondstoffen.
Op dit moment is slechts 7 procent van de plastic verpakkingen gemaakt van gerecycled materiaal.
 
Beleidsopties dragen bij aan circulaire doelen
In de nu gepubliceerde analyse beschrijft het RIVM beleidsopties  voor de productgroep kunststofverpakkingen en drankenkartons. Voor dit rapport analyseerde TNO de verpakkingstrends en de impact van broeikasgasemissies voor het huidige en toekomstige Nederlandse systeem van plastic verpakkingen.  
Dit werd gedaan op basis van de twee scenario’s: een business-as-usual scenario (op basis van historische consumptiepatronen in relatie tot het bruto binnenlands product en bevolkingstrends) en een circulair scenario (zo optimistisch mogelijk binnen de huidige mogelijkheden).
Voor het eerst in Nederland werd hiermee een systematische levenscyclusanalyse uitgevoerd die onderscheid maakt tussen verschillende soorten verpakkingen, zoals drankkartons, flessen en flexibele verpakkingen.
 
Toename in plasticverpakkingen
Uit de resultaten blijkt dat als we niets veranderen, de vraag naar plastic verpakkingen met 17% zou kunnen stijgen, van 386 kton in 2022 naar 451 kton in 2050. Tegelijkertijd wordt verwacht dat de vraag naar drankkartons gelijk blijft. Op dit moment gaat 55% van het verpakkingsmateriaal verloren, en slechts een klein deel wordt hergebruikt voor nieuwe verpakkingen. Dit kan leiden tot een toename van de uitstoot van broeikasgassen met 12% tot 1906 kton.
In een circulair scenario en bij gebruik van hernieuwbare energiebronnen zouden de uitstoot van broeikasgassen echter met 62% kunnen verminderen, en zou 67% minder nieuwe materialen nodig zijn.
 
Impact van de circulaire strategieën 
TNO heeft de impact van 4 verschillende circulaire strategieën gekwantificeerd: vermindering (dit is een combinatie van refuse en reduce), levensduurverlenging, materiaalvervangingen hoogwaardige verwerking. 
De circulaire strategieën verminderen en hoogwaardige verwerking beloven de grootste reducties, gevolgd door hergebruik en materiaalvervanging. De effectiviteit van de circulaire strategieën verschilt echter tussen de verpakkingstypen. 
 
Bioplastics en CO2 afvangen als extra mogelijkheden
Echter zelfs wanneer alle circulaire strategieën worden gecombineerd, zou het circulaire scenario niet voldoen aan het doel van volledige circulariteit. Onze analyse toonde aan dat er nog steeds 149 kton vraag naar primaire kunststoffen voor consumentenverpakkingen in 2050 overblijft, voornamelijk nodig voor flexibele verpakkingen en contactgevoelige toepassingen.  
Om in 2050 een fossielvrij verpakkingssysteem te realiseren, is aanvullend beleid daarom noodzakelijk. Hierbij moet de focus liggen op de inzet van alternatieve grondstoffen (zoals biomassa of CO2 uit koolstofafvang) en meer inzetten op het verminderen van de vraag naar verpakkingen. Beleidsopties en afwegingen hiervoor liggen (gedeeltelijk) buiten de kunststof verpakkingsketen .
 
Toegepast model
TNO gebruikte het voor verschillende materialen inzetbare Circular Industrial Transformation System (CITS)-model voor deze analyse. CITS is ontwikkeld om de gecombineerde overgangen naar een circulaire, koolstofneutrale en milieuvriendelijke economie te ondersteunen. Tevens ondersteunt het bij het nemen van beslissingen over geïntegreerde langetermijnstrategieën en beleidsmaatregelen. 
 
Context onderzoek en symposium  
Deze productgroepanalyse kunststofverpakkingen is één van de drie analyses die zijn uitgevoerd binnen het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2024. Naast kunststofverpakkingen zijn ook woningbouw en hernieuwbare energietechnologie onderzocht. Ze zijn uitgevoerd onder regie van het PBL door RIVM, TNO en CML in samenwerking met Universiteit Utrecht, RWS en TU Delft. 
Daarnaast heeft het PBL een overkoepelende notitie gemaakt over de overeenkomsten en verschillen tussen de productgroepanalyses. 
Tijdens het symposium op 9 september verkennen we wat vervolgstappen kunnen zijn voor politiek & beleid, maatschappelijke organisaties en bedrijven.