In het huidige recyclesysteem worden verschillende soorten plastics eerst gescheiden. In aparte recycle-cycli worden die tot kleine korreltjes gereduceerd, waar nieuw plastic van gemaakt wordt. Maar omdat ingezameld plastic vaak vervuild is en de kosten voor het scheiden en recyclen hoog, wordt huishoudelijk kunststofafval in de praktijk vaak verbrand. Daarmee win je energie, maar er komt ook CO2 in de lucht. Plastic dat wel op zo’n mechanische manier gerecycled wordt is bovendien vaak van lage kwaliteit.
Een alternatief voor dit systeem is chemische recycling. Dat houdt in dat je plastic verbrandt met heel weinig zuurstof erbij, waardoor het vergast. Op die manier krijg je geen plastic korrels terug, maar synthetische stoffen die de bouwstenen voor nieuw plastic zijn. Dat is een stuk schoner, wat het plastic ook geschikt maakt voor bijvoorbeeld voedselverpakkingen. Bovendien komt er geen CO2 bij vrij en hoeft plastic niet meer eerst gescheiden te worden: een stuk efficiënter.
De techniek hiervoor is er al, maar dit soort initiatieven komt vaak niet van de grond omdat het nu eenmaal goedkoper is om reststromen plastic te verbranden en de energie die eruit komt te verkopen. Het belasten van die verbranding is dus al een stap in de goede richting.
Nu is het zaak dat ondernemers hiervoor de krachten bundelen en een gezamenlijke investeerder zoeken. De overheid kan dat stimuleren door financieel garant te staan voor eventuele risico’s tot deze techniek is opgeschaald. Met steun van investeerders en overheid kunnen we binnen enkele jaren een duurzaam systeem optuigen waarin chemische recycling de norm is.