Opvallend is dat regeringspartij NSC juist tegen afschaffen stemde. Het is onverantwoord om een maatregel die bijdraagt aan de klimaatdoelen te schrappen en een gat op de begroting van demissionair minister Hermans te laten ontstaan, zegt NSC. Ook minister Hermans (VVD) van Klimaat en Groene Groei is er volgens bronnen niet blij mee. In een eerste reactie zegt ze dat de heffing niet ideaal is, maar dat stoppen consequenties heeft. “Bijvoorbeeld voor het klimaatbeleid en voor bedrijven die wel profiteren van de heffing omdat het hun duurzame plannen juist versterkt.”
Want het geld dat met de heffing wordt opgehaald, wordt weer in groene projecten voor de industrie geïnvesteerd. “En er zijn ook sectoren waarvoor geen ander systeem is dat ervoor zorgt dat ze hun uitstoot echt verminderen.” Hoewel de heffing geldt sinds 2021 betaalden bedrijven tot dusver pas 60.000 euro. Mede vanwege de coronacrisis ontzag de overheid de industrie aanvankelijk. Dit jaar verwachtte het kabinet 17 miljoen euro op te halen, wat komende jaren zou oplopen tot 224 miljoen euro. Dat geld zou in het Klimaatfonds terechtkomen en weer gebruikt worden voor verduurzaming.
Uit het bedrijfsleven klinken tevreden reacties. Nederland wordt volgens belangenbehartiger VNO-NCW “aantrekkelijker om in te investeren”. Dit is een verstandige motie, zegt Victor van der Chijs, voorzitter van Deltalinqs, de organisatie voor bedrijven in de Rotterdamse haven: “Dank aan alle betrokken politieke partijen voor deze belangrijke steun in de rug.”
Door de afschaffing wordt het nog lastiger om de klimaatdoelen te halen. In 2030 wil Nederland 55 procent minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990. Zonder de CO2-heffing valt de uitstoot ongeveer een procentpunt hoger uit, zegt het Planbureau voor de Leefomgeving. Volgens een ruwe raming is dat 1 á 2 miljoen ton CO2 per jaar. Vorig najaar concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving al dat de kans minder dan 1 op 20 is dat de klimaatdoelen in 2030 worden gehaald. Om daar wat aan te doen, kwam minister Hermans met aanvullende maatregelen. Een eerste analyse, in opdracht van twee milieuorganisaties, wijst erop dat het pakket onvoldoende is, zelfs zonder afschaffing van de CO2-heffing.
Zowel bedrijven als milieuorganisaties onderschrijven het belang van verduurzaming, maar volgens de industrie kunnen bedrijven door praktische belemmeringen geen investeringen doen. Er is het overvolle stroomnet, door de stikstofcrisis en de vastgelopen bouw, en het ontbreken van pijpleidingen voor waterstof en CO2. Hierdoor werkt de heffing niet als prikkel, vinden de bedrijven. Een klacht van bedrijven was dat zij door de nationale heffing op achterstand komen te staan tegenover concurrenten in het buitenland. Dat komt bovenop nettarieven die hoger zijn dan in de buurlanden en gunstige regelingen die in sommige omliggende landen wel, maar in Nederland niet bestaan. Afschaffing van de CO2-taks is een eerste stap om dit recht te trekken, zegt Van der Chijs namens de Rotterdamse havenbedrijven: “Hier is komende tijd nog flinke actie op nodig om Nederland weer in lijn te brengen met de buurlanden.”